Uitdagingen voor bio-zeugen en biggen in de kraamstal

Een goede start in de kraamstal is essentieel voor de groei en ontwikkeling van de biggen tot gezonde, tevreden zeugen of vleesvarkens. Als biologisch varkenshouder wil je het jouw zeug en haar biggen zo comfortabel mogelijk maken. Dat brengt wel enkele uitdagingen met zich mee.

Kennis
Varkens
Web header biggetjes in stro bij elkaar - Reudink Nederland
  • Overgang van dracht- op lactovoer
    De overgang van een drachtvoer op een lactovoer in combinatie met het werpproces kan ook uitdagend zijn. Drachtvoer is erg vezelrijk en verzadigd snel. De zeug heeft aan 3 kg per dag voldoende. In het lactovoer zitten minder vezels, maar meer energie en eiwit voor de melkproductie. Op het hoogtepunt eet de zeug hier zo’n 9 kg per dag van. Een groot verschil. Daar moet het maagdarmkanaal en de darmflora aan wennen. Dat gecombineerd met het werpmoment zorgt voor veel verandering en mogelijk enige stress voor de zeug. Om dit te vergemakkelijken bieden we een transitievoer voor zeugen in deze periode.
  • Aantal worpen en spreiding van geboortes
    In bio zien we een grotere spreiding van geboortes over meerdere dagen en een kleiner aantal worpen per week. Dat maakt het uitdagender om pleegzeugen te maken. Er zijn verschillende manieren om biggen over te leggen, maar wat werkt, verschilt per bedrijf. Daarbij is arbeid erg belangrijk. Bovendien is het bij grotere tomen de uitdaging dat iedere big voldoende biest van de moederzeug krijgt. Kunstmelk mag je enkel ter ondersteuning inzetten. De kern is om te streven naar uniforme biggen bij geboorte met een goed gewicht, zodat de opstart makkelijker gaat.
  • De juiste mate van uierstuwing
    Om de juiste mate van uierstuwing, en daarmee een goede melkgift, te bewerkstelligen is de juiste voerhoeveelheid essentieel. Zorg ervoor dat je de voergift de dagen na het werpen geleidelijk ophoogt. Zo zorg je voor een gebalanceerd vraag en aanbod van de melkbehoefte en productie. Het risico van te hard willen voeren is dat de biggen de melk niet weggedronken krijgen. Dat resulteert er mogelijk in dat de zeug zich enigszins gaat droogzetten met als gevolg dat de melkgift vermindert. Een goed voerschema en het nawegen van de voergift is hierbij van belang.
  • In stand houden topconditie van zeugen
    Door de lange zoogperiode, en specifiek bij grotere tomen, is het een uitdaging om de zeug in goede conditie te houden in de kraamstal. De juiste, energie- en eiwitrijke voeding is van groot belang. Daarbij draait het om de juiste hoeveelheid op het juiste moment. Om de voergift te verhogen kun je overwegen 3 i.p.v. 2 voerbeurten per dag aan te houden. Dit is wel erg arbeidsintensief. Ook het verstrekken van voldoende schoon en vers drinkwater draagt hieraan bij.
  • Opname van vast voedsel rondom spenen
    Rond het spenen wil je de biggen laten wennen aan vast voedsel. De opname daarvan gaat niet altijd vanzelf. Er is binnen bio beperkt de mogelijkheid om het voer aantrekkelijk te maken als het gaat om geur en smaak. Met onze muesli spelen we in op de nieuwsgierigheid van de big door de verschillende kleuren en structuren. Verder bieden we een smakelijk speenvoer voor de biggen, waardoor ze gezond doorgroeien.

Arbeid bepaalt succes in de kraamstal

Arbeid is in elk geval een bepalende factor in het succes. Zorg dat er iemand in de kraamstal aanwezig is rondom het werpproces en dat er frequente controle plaatsvindt. Daarnaast is het van belang om je klimaat en huisvesting goed in de gaten te houden. Door de natuurlijke ventilatie is er, met name in de koudere maanden, een groter risico op biggensterfte voor het spenen.

Web klein biggetjes pasgeboren in stro
Deel dit artikel