Drachtige zeugen in topconditie

Maagdarmgezondheid en voeding zijn allesbepalend voor de conditie van (drachtige) zeugen. Een zeug in topconditie kan tijdens de dracht voldoende voedingsstoffen aan haar biggen doorgeven. Dat resulteert in uniforme tomen met sterke, vitale biggen die gezond doorgroeien. Daarnaast herstelt de zeug zelf sneller van de voorgaande lactatie wat haar eigen gezondheid en levensduur positief beïnvloedt.

Kennis
Varkens
Web header drachtige zeugen in stal stro - Reudink Nederland

De streefwaarden voor drachtige zeugen in topconditie

Wat is dan die ‘topconditie’ waaraan we refereren? Een drachtige zeug in topconditie voldoet aan de volgende streefwaarden:

  • Een gelt weegt bij het dekken tenminste 170 kilo en heeft 13 mm spek
  • Een gelt weegt bij werpen minimaal 240 kilo met 15 – 16 mm spek
  • Een meerdere worps zeug heeft aan het einde van de kraamperiode 10 – 13 mm spek
  • Een meerdere worps zeug heeft na zes weken dracht 14 – 16 mm spek

Wanneer je focust op deze streefwaarden, weet je wanneer je moet bijsturen. Dat resulteert in een gezonde zeug tijdens en na de dracht met vitale biggen.

Meet de conditie van drachtige zeugen

Je beoordeelt de conditie van de drachtige zeug op het gewicht en de spekdikte in relatie tot de pariteit (het worpnummer). Vervolgens stem je het voer en voerschema hierop af. Een conditioneel afwijkende zeug is voor veel varkenshouders al zichtbaar na een optische beoordeling waarbij je let op het achterwerk en de rug van de drachtige zeug. Echter kun je op het oog niet direct zien of een afwijkende conditie te wijten is aan te weinig spekdikte of het gewicht zelf. Daarom adviseren we om aan het begin van de dracht een spekdiktemeting te doen. Beoordeel de zeug opnieuw wanneer ze 4 weken drachtig is.

Let wel: ook het management en ijken van eventuele voerstations, voercurve per pariteit, wintertoeslag, beschikbaarheid van water, de kwaliteit van het beschikbare ruwvoer en eetgedrag (gaan de dieren eten) spelen een rol als het gaat om de conditie.

Vierkant web spekdiktemeting zonder ellen

De risico’s van niet fitte, drachtige zeugen

Al bij de voorgaande lactatie controleer je de conditie van de zeug. Vooral in de laatste twee weken van de lactatie verliest de zeug gewicht. Dat is bijna niet te voorkomen, aangezien de zeug van nature alle energie en voedingsstoffen aan haar biggen wil geven. Dit kan echter negatieve gevolgen, in de vorm van minder vitale en levensvatbare eicellen, hebben voor haar eigen conditie in de volgende cyclus. Probeer daarom het gewichtsverlies van de zeug in de kraamstal te beperken.

Risico’s van te magere zeugen

  • Gezondheidsproblemen en verminderde weerstand
  • Niet of slechter berig worden, meer terugkomers
  • Minder (uniforme) biggen bij geboorte
  • Problemen met de (biest)melkproductie, onvoldoende lichaamsreserves om grote tomen groot te brengen
  • Kortere levensduur

Risico’s van te vette zeugen

  • Hogere voeropname dan nodig
  • Problemen met de opstart van de (biest)melkproductie
  • Een te nauw geboortekanaal en moeite met werpen door gebrekkige fitheid, waardoor meer dood geboren biggen
  • Kreupelheid
Vierkant web Bennie voert varken
Vierkant web hand met varkensvoer

Zo breng je jouw drachtige zeugen in topconditie

Het juiste voer (met het oog op hoeveelheid en samenstelling) op het juiste moment zorgt ervoor dat de zeugen optimaal presteren. Daarom houden we bij Reudink rekening met de leeftijd of fase waarin het dier zich bevindt. We stellen het zeugenvoer samen op basis van de dierbehoefte voor het beste resultaat. Speciaal voor de dracht richten we ons op de conditie van de zeug met specifieke aandacht voor het beenwerk. Onze tips:

  1. Voer naar behoefte: Aan het begin van de dracht kijk je naar jouw zeugenstapel en pas je het voerniveau aan op de behoefte van de individuele zeug. Start met hard voeren in de eerste zes weken van de dracht.
  2. Check de drachtvoersamenstelling: Specifiek in de dracht heeft de zeug behoefte aan voldoende vezels, de juiste aminozuren (lysine) en vitamines. Ook de juiste energiebronnen zijn van belang. Controleer of het gevoerde rantsoen daaraan voldoet.
  3. Besteed aandacht aan de verhouding energie/eiwit: Is de zeug te mager? Kies voor een hoger gehalte aan lysine in het voer. Is de spekdikte te laag? Verhoog dan het energiegehalte in het voer.

Zo ga jij voor robuuste zeugen met een lange levensduur en goede weerstand. Ga samen met jouw specialist door de stal om ook eerder genoemde elementen als voerstations, waterbeschikbaarheid en eetgedrag te controleren. Voer je wat je denkt dat je voert, en nemen de juiste diergroepen het juiste voer op?

Meer info & advies

Wil jij (voer)advies voor de drachtige zeugen op jouw bedrijf? Of heb je hulp nodig bij het meten van de spekdikte en het gewicht van jouw dieren? Neem dan contact op met een van onze varkensspecialisten.

Deel dit artikel